Ook Nederlanders zingen mee in het Zwaluwkoor. Zoals Ant (67) uit Amsterdam, die daarnaast ook als vrijwilliger bij Philomela werkt.
“Ik kon eigenlijk helemaal niet zingen,” vertelt Ant lachend. “Maar ik dacht dat ik het wel leuk zou vinden. Tijdens een vergadering bij Philomela, bleek dat er koorleden werden gezocht. Ik heb me als vrijwilliger voor het Zwaluwkoor aangemeld. Inmiddels zit ik al twee jaar bij het koor. En ik vind het echt erg leuk!”
Energie en interesse
Wat maakt dat nou zo leuk, het zingen in het Zwaluwkoor? “Ik krijg er energie van,” zegt Ant. “En ik vind het interessant dat er zoveel verschillende culturele achtergronden in het koor zijn vertegenwoordigd. Het is leuk om meer van mensen te weten. Ik was bijvoorbeeld nog nooit in een asielzoekerscentrum geweest. Nu hebben we daar een keer een oefen avond gehad. Dat was echt een verrijking.”
Zingen in elkaars taal
“Wat ik ook bijzonder vind, is dat we dan in elkaars taal zingen,” vervolgt Ant. “En dat lukt ook nog ‘s. Ik heb een Fries liedje ingediend. Het hele koor zong het refrein in het Fries mee. Dat doet wel iets!”
Van het zingen in het Zwaluwkoor heeft Ant veel geleerd over andere culturen. “We gaan respectvol met elkaar om. Soms zijn er lastige dingen, die we niet meteen kunnen oplossen. Zo hadden we onlangs een Israelisch liedje. Ik dacht dat we met het Zwaluwkoor wel over alle grenzen zouden heenstappen, maar zo gemakkelijk is dat niet. Uiteindelijk is het toch een afspiegeling van de maatschappij, van wat er gebeurt in de wereld. Dus daar moeten we dan echt even met elkaar over praten.”
Bijdragen aan betere wereld
“Eigenlijk is het een hele simpele besteding: je draagt bij aan een betere wereld. Doordat ik meezing, vertel ik erover aan anderen. We krijgen begrip voor elkaar en respect voor mensen uit andere culturen. De Zwaluwkoren zijn laagdrempelig: je kunt je gemakkelijk aansluiten.
Dat wens ik iedereen toe, dat je geraakt wordt door mensen uit verschillende werelddelen en probleemgebieden. Zo krijg je meer begrip voor elkaar.”